Rondleiding bij veldgraf

'Hopelijk waren ze al dood'

BERKHOUT - Aan de vooravond van de officiële start van de berging van een Britse bommenwerper zijn familieleden gistermiddag rondgeleid op de nog onberoerde plek waar het toestel ligt. Het is een veldgraf. In het wrak van de bommenwerper liggen metersdiep de stoffelijke resten van de Ier John Kehoe en de Brit Stanley Mullenger. De 88-jarige zuster van Kehoe, die tot voor kort niet wist waar het wrak lag, heeft de gemeente Koggenland verzocht de berging uit te voeren. Zij wil haar broer in gewijde grond laten begraven, zoals ze haar moeder heeft beloofd. De bergingsofficier van de koninklijke Luchtmacht, kapitein Paul Petersen, gaf gistermiddag ( v.l.n.r.) de dochter van de verloofde van Kehoe en de twee dochters van Kehoes zuster uitleg op de plek bij de machines waarmee vanaf vandaag de berging wordt uitgevoerd.

Familie van de gesneuvelde Ierse boordschutter John (Jack) Kehoe was gisteren op de plek waar hij al bijna 66 jaar in een veldgraf ligt. Vandaag begint de berging van de Hampden bommenwerper waar Kehoe en zijn Britse collega Stanley Mullenger rusten. Kehoes nicht Margaret Tracey: ,,Ik hoop dat ze dood waren voor het neerstortte.''

Margaret en Carmel zijn dochters van Kehoes zuster Margaret Walsh, die om de berging heeft verzocht. Zij waren eerder in Berkhout. Vanaf het moment dat de Ierse familie er achter kwam waar het toestel precies ligt, in 2005, zijn er herdenkingen geweest. Op 8 november, de datum in 1941 waarop de Britse bommenwerper door een Duitse nachtjager fataal werd geraakt.

Twee jaar nadat de nu 88-jarige zuster van Kehoe om de berging heeft gevraagd, wordt hij werkelijkheid. Margaret en Carmel kregen gistermiddag samen met Sheila Hamilton, de dochter van Kehoes toenmalige Britse verloofde, een exclusieve rondleiding. Bergingsofficier Paul Petersen liet ze alles zien. Op een plek die vanaf vandaag hermetisch wordt afgesloten. Tijdens de rondleiding werden opnamen gemaakt voor 'Memories in mud', een documentaire over de emoties rond opgravingen van oorlogsvliegtuigen. Vertegenwoordigers van de gemeente Koggenland, zoals locoburgemeester Johan Ursem, keken van afstand toe.

Petersen vertelde hoe na het verwijderen van de laag teelaarde steeds een laagje van de onderliggende klei wordt weggehaald. In een munitiescheidingsinstallatie wordt losse aarde gescheiden van kluiten. Die komen op een lopende band in een container terecht, waar vier specialisten ze aan een nauwgezet onderzoek onderwerpen. Zij onderscheppen munitie, stoffelijke resten en andere voorwerpen.

Margaret ontleent de hoop dat haar oom al dood was voor zijn vliegtuig zich in de grond boorde aan wat ze van een ooggetuige heeft gehoord. ,,De Hampden schoot niet terug na de aanval. Dat kan er op wijzen dat de boordschutters al dood waren.''

Haar moeder wacht in Ierland op wat komen gaat. Haar gezondheid is achteruit gegaan, vertelt Margaret junior. ,,Ze wordt er niet jonger op. Ik hoop dat ze opschieten.'' Zowel haar moeder als die van Sheila blijken te veronderstellen dat de lichamen van beide vliegers nog redelijk intact worden teruggevonden. Margaret: ,,Jack had een foto van zijn ouders bij zich, medaillons van heiligen zoals Christophorus en een rozenkrans. Een portemonnee en een horloge. Mijn moeder hoopt dat ze die terug kan krijgen.''

Petersen probeert voorzichtig de verwachtingen te temperen. ,,Ik heb verteld wat er gebeurt als een vliegtuig zich in de grond boort.'' Maar als er persoonlijke eigendommen worden aangetroffen, zegt hij, gaan ze altijd naar de familie.

Sheila is naar Berkhout gekomen omdat ze deze bijzondere plek nog eenmaal onberoerd wou zien. Ook zei was hier eerder, maar de ligplaats van de Hampden, aangeduid met paaltjes tussen geblindeerde hekken, maakt een grote indruk op haar. ,,Dit is het begin van het einde. Ze gaan naar huis, hopelijk.''

Ze was van plan bij het kruis nabij de bergingsplek bloemen te leggen, maar wilde de Ieren niet voor het hoofd stoten: ,,Tenslotte ben ik niet echt familie.'' Daarom plaatste ze zaterdag in Bergen op het oorlogskerkhof een bloemetje bij de graven van de twee bemanningsleden die in 1941 al zijn gevonden: piloot Chris Saunders en navigator James d'Arcy.


Foto Herman de Ruijter

Bron: Noordhollands Dagblad, 3 september 2007