'Mission impossible' schokt nabestaande


BERKHOUT - Een schrijven van burgemeester L. Sipkes van Wester-Koggenland,
waarin zij stelt dat de berging van de stoffelijke resten van de vliegers in
Berkhout een onmogelijke opdracht, een 'mission impossible' kan blijken te
zijn, heeft de zuster van een van hen 'ten diepste geschokt'. Dat blijkt uit
een briefwisseling tussen beide partijen, in de zomer van dit jaar.

Margaret Walsh-Kehoe is nu 86. Op 8 november komt ze naar Berkhout om haar
broer te herdenken op de akker waar hij 64 jaar geleden neerstortte en om de
burgemeester te spreken. Ze hoopt dat het niet zijn laatste rustplaats zal
blijven.

John ging bij de Britse luchtmacht, de RAF, toen hij zestien was, legde ze
uit in een antwoord op de brief van de burgemeester. ,,Hij deed dit geheel
op vrijwillige basis, gezien het feit dat Ierland in de Tweede Wereldoorlog
neutraal was. Hij ging de oorlog in, in een geest van rechtvaardigheid en
billijkheid en een wens om de rechten van de bezette naties te beschermen.
Helaas verloor hij het leven in de luchtslag boven Holland. Hij was
negentien jaar oud.''

Nachtjager

Volgens informatie van de stichting Dare werd de tweemotorige Handley Page
Hampden, zoals de bommenwerper voluit heet, van het 49e Squadron van
luchtmachtbasis Scampton op 8 november 1941 om 21.07 uur zo'n twintig
kilometer ten oosten van Alkmaar neergeschoten door een Duitse nachtjager.
Piloot Christopher Saunders en navigator James d'Arcy werden geborgen. Hun
lichamen liggen op de oorlogsbegraafplaats in Bergen. De twee boordschutters
John Kehoe en Stanley Mullenger bleven vermist. Hun toestel 'failed to
return', stond in de brief die de ouders van Kehoe op 11 november 1941
kregen van de Britse Luchtmacht. ,,Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat
hij dood of gewond is'', heette het toen nog. Maar hun ergste vrees werd
bewaarheid.

,,Hij was mijn enige broer'', schreef zijn twee jaar oudere zuster aan
burgemeester Sipkes. ,,Tot hun sterfdag hebben mijn ouders gebeden en
gehoopt dat zijn lichaam kon worden gevonden en naar huis teruggebracht. Ik
ben nu 86 en tot ik uw brief ontving had ik de hoop dat ik hun droomwens kon
vervullen.''

Zij sluit af met een smeekbede tot de burgemeester om alsnog haar macht en
invloed in te zetten. ,,Mijn laatste wens is dat het stoffelijk overschot
van John terugkeert naar Ierland. Mijn eigen kinderen hebben gezworen deze
missie voort te zetten zo lang het nodig is.''

Sipkes had haar geschreven dat zij uit informatie van onder meer het
ministerie van defensie had begrepen dat het misschien wel een 'mission
impossible' zou zijn om het vliegtuig en de stoffelijke resten te bergen.
,,De discussie is nog niet gesloten, maar ik wil u geen valse hoop geven.''
Zij verzekerde mevrouw Walsh dat haar broer niet vergeten wordt en zijn graf
niet genegeerd. ,,Waar het toestel is neergestort is een kruis geplaatst en
elk jaar in mei brengen we daar bloemen ter herdenking van hem en zijn
kameraad. Zijn naam staat ook gegraveerd in het kleine monument nabij de
kerk in Berkhout. Boven hun namen staat: ,,Zij gaven hun leven voor onze
vrede.'' In de brief sloot zij foto's bij ter illustratie.

Ambassade

Mevrouw Walsh heeft contact gezocht met de Ierse regering in de hoop dat die
gewicht in de schaal kan leggen. De Ierse ambassade heeft Wester-Koggenland
per brief om informatie gevraagd. Volgens woordvoerder Michael O'Toole van
de ambassade heeft zij de gemeente geschreven op de hoogte te zijn van de
wens van de familie en graag te willen weten wat de mogelijkheden zijn om
die wens te vervullen. De ambassade wacht het antwoord van de burgemeester
af alvorens eventuele verdere stappen te ondernemen. Of Ierland eventueel
bereid is een financiële bijdrage te leveren aan de berging kon hij niet
zeggen. ,,Dat zullen we tegen die tijd beoordelen.''

Voorzitter Uithol van Dare zou het een 'morele nederlaag' vinden als de
Ierse staat deze berging betaalt. ,,Ik maak hier absoluut bezwaar tegen. Dit
zou betekenen dat onze vrijheidstrijders de rekening dubbel betalen. Geen
sprake van. Nederland is hen dit schuldig.''

Bron: Noordhollands dagblad, 4 november 2005