Gemeente beslist over rustplaats vlieger

BERKHOUT - De zuster van een omgekomen Ierse oorlogsvlieger wil de resten
van het toestel bij Berkhout laten bergen en haar broer in eigen land
herbegraven. De burgemeester van Wester-Koggenland wil de grafrust liever
niet verstoren en is niet bereid initiatief te nemen. Ook de Ierse overheid
bemoeit zich inmiddels met de kwestie.

Dinsdag komt Margaret Walsh-Kehoe (86) naar Berkhout om haar broer te
herdenken. Zij zal die dag ook praten met burgemeester Sipkes. Het is op 8
november precies 64 jaar geleden dat een Britse RAF Hampden bommenwerper na
een nachtelijke missie bij Bocholt door een Duitse nachtjager werd
neergeschoten. Het toestel stortte bij Berkhout neer. Twee bemanningsleden,
sergeant John E. Kehoe en sergeant Stanley G. Mullenger, worden sindsdien
vermist. Piloot Christopher Saunders en navigator James d'Arcy liggen
begraven in Bergen.

Walsh-Kehoe probeert al jaren haar vermiste broer te vinden, maar werd van
het kastje naar de muur gestuurd. De stichting Dare in Hoofddorp, die de
geschiedenis van de luchtslag boven Nederlands grondgebied onderzoekt, kon
haar uiteindelijk wél helpen. De resten van de bommenwerper bevinden zich
onder een akker aan het Westeinde in Berkhout.

Het gemeentebestuur van Wester-Koggenland heeft laten weten zich te houden
aan de landelijk vastgestelde richtlijn dat vliegtuigwrakken, die zich onder
de grond bevinden, worden beschouwd als veldgraf en daarom in beginsel
onberoerd worden gelaten. Dit staat tegenover bepalingen in de Verdragen van
Genève, dat de overheid in wiens land vreemden zijn begraven die door
vijandigheden zijn omgekomen, de terugkeer dient te vergemakkelijken van het
stoffelijk overschot naar het land van herkomst, als naaste familieleden
daarom verzoeken.

Burgemeester Sipkes zegt dat de gemeente het oorlogsgraf uit
piëteitsoverwegingen ten aanzien van beide vliegers ongemoeid wil laten. Zij
vindt dat het feit dat de vliegers hun leven gaven voor de vrijheid passend
wordt geëerd met een kruis dat aan de rand van de akker is geplaatst, waar
jaarlijks bloemen worden gelegd, en met hun vermelding op het kleine
monument nabij de kerk in Berkhout. De gemeente wil niet tegenwerken, maar
zal geen initiatief nemen, aldus Sipkes. Zonder verzoek of opdracht van
Wester-Koggenland kan echter niets gebeuren.

Mission impossible

Margaret Walsh-Kehoe heeft over haar wens een briefwisseling gehad met de
burgemeester. Sipkes stelde daarin dat de berging van de stoffelijke resten
van de vliegers in Berkhout een onmogelijke opdracht, een 'mission
impossible' kan blijken te zijn. Dat heeft de Ierse 'ten diepste geschokt'.
Zij schreef terug dat haar broer bij de Britse luchtmacht, de RAF, ging toen
hij zestien was. ,,Hij ging in een geest van rechtvaardigheid en
billijkheid, geheel op vrijwillige basis, gezien het feit dat Ierland in de
Tweede Wereldoorlog neutraal was.'' Drie jaar later was hij dood. ,,Tot hun
sterfdag hebben mijn ouders gebeden en gehoopt dat zijn lichaam kon worden
gevonden en naar huis teruggebracht.''

Volgens voorzitter J. Uithol van de stichting Dare, die namens de
nabestaanden de berging heeft aangezwengeld, is de situatie in
Wester-Koggenland vergelijkbaar met die in het Brabantse Hank. Daar is
vorige maand een Britse Halifax bommenwerper geborgen. Aanvankelijk wilde de
gemeente Werkendam, waar Hank onder valt, het houden bij een
herdenkingsbord.

De kosten van de berging in Berkhout worden voorzichtig geschat op een ton.
Volgens Uithol van de stichting Dare kan een inzamelingsactie worden gestart
als de gemeente zou aangeven dat het om het geld gaat. ,,Maar het
inschakelen van de bergingsdienst kan alleen in opdracht of op verzoek van
een overheid.''

Hans Spierings, bergingsofficier bij de luchtmacht en expert op dit gebied,
bevestigt dat. Volgens Spierings is niet uitgesloten dat zich in het
toestel, hoewel dit op de terugweg was, nog explosieven bevinden. ,,Sowieso
boordmunitie.''

Mevrouw Walsh heeft contact gezocht met de Ierse regering. De Ierse
ambassade heeft Wester-Koggenland per brief om informatie gevraagd.

Bron: Noordhollands dagblad, 4 november 2005