DE GOORN - De gemeenteraad van Koggenland beslist in maart 2007 over het bergen van bommenwerpers in Berkhout en Ursem. Dat blijkt uit een overzicht dat B en W de raad hebben gegeven.
Per 1 januari fuseert Wester-Koggenland met Obdam tot de gemeente Koggenland.
Dat betekent dat de berging onderdeel gaat uitmaken van de 'erfenis' van Wester-Koggenland.
De huidige raad bespreekt op 12 oktober een krediet van 25.000 euro voor grondonderzoek
op de crashlocaties van de bommenwerpers: achter Westeinde 313 in Berkhout en
Noorddijkerweg 116 in Ursem. De vliegtuigbommen komen later aan bod. Behalve
de bom in Berkhout, ligt er waarschijnlijk ook een achter Noorddijkerweg 128,
blijkt nu uit het overzicht.
Verder staat er in dat de bergingsofficieren van de luchtmacht, H. Spierings
en P. Petersen, eind september bij een overleg in De Goorn een positief bergingsadvies
hebben uitgebracht voor beide vliegtuigen. Die 'waarschijnlijk op de heenreis
waren en voorzien van munitie en bommen', aldus het overzicht. Dit laatste klopt
niet met wat eerder bekend is geworden. De Hampden P1206 die in Berkhout neerstortte
op 8 november 1941 om 21.07 uur, was om 17.14 uur opgestegen op de RAF-basis
Scampton in Engeland voor een 'insluipermissie' in Duitsland. Dat blijkt uit
het operatieoverzicht van Scampton. Een andere Hampden, de AD896, startte twee
minuten later, en kwam terug op de basis om 23.12 uur. Van de B-24 Liberator
bommenwerper, die op 29 juni 1944 om 11.12 uur bij Ursem neerkwam, is uit de
Luchtoorlogdatabase Noord-Holland van onderzoeker H. Nauta bekend dat deze in
Duitsland door luchtafweer werd getroffen. Navigator Eugene Halmos van dit toestel,
beschreef dit later in een boek. Volgens hem werd een motor getroffen vlak na
het 'bommen los'. Eerder heeft Spierings ten aanzien van de Hampden in Berkhout
verklaard dat hij ervan uitgaat dat het toestel munitie en mogelijk nog bommen
aan boord had, ook als het op de terugweg was. De rijksbijdrage aan de berging
wordt uitsluitend voor de ruiming van explosieven verstrekt.
Het grondonderzoek zou deze maand kunnen starten en duurt acht à tien
weken. Op basis van het resultaat besluit de raad.
Bron: Noordhollands Dagblad, 7 oktober 2006