Raad trekt 25.000 euro uit voor vervolgonderzoek


DE GOORN - De gemeenteraad van Wester-Koggenland heeft 25.000 euro beschikbaar gesteld voor bodem- en milieuonderzoeken op de plekken waar resten van bommenwerpers liggen. Kritiek was er op raadslid Jim Mollet, die het college verweet dat er vertraging is ontstaan doordat het onderzoek is uitgebreid naar de berging van een tweede bommenwerper (en in tweede instantie twee losse vliegtuigbommen).

Het verwijt van Mollet wekte veel irritatie op. J. Peters van Gemeentebelangen verweet Mollet met zoveel woorden verkiezingsretoriek.
Ook burgemeester L. Sipkes ergerde zich zichtbaar aan de uitlatingen van Mollet, die in de raad een eenmansfractie vormt.

Mollet vindt het niet juist dat het college het onderzoek naar berging niet heeft beperkt tot het vliegtuigwrak in Berkhout, maar heeft uitgebreid tot het neergestorte toestel in Ursem. Volgens Mollet veroorzaakt deze koerswijzing veel vertraging. Voor hem is het oponthoud feitelijk niet te verkopen aan de nabestaanden van de in Berkhout omgekomen oorlogsvlieger John Kehoe, wiens lichaam samen met dat van de Brit Stanley Mullenger nog in het wrak ligt. De berging van de bommenwerper achter Westeinde 313 is ,,het primaire doel, waar ook alles mee is begonnen: de repatriëring van het lichaam van John Kehoe en op zulk een termijn dat de next of kin, Margaret, dat nog mag beleven.'' Waarmee hij doelde op de zuster van Kehoe, de nu 87-jarige Margaret Walsh, die om de berging heeft verzocht ,,met steun van Den Haag , Dublin en een groot deel van het Nederlandse volk. Ook op 8 mei 2006 ondersteund door een gedeelte van de fractievoorzitters in Wester-Koggenland'', zei Mollet.

Hij vindt het onbegrijpelijk dat de opdracht tot het onderzoek op 12 mei aan bergingsofficier Hans Spierings wordt verstrekt, en tussen 12 mei en 8 juni plotseling is uitgebreid met een vliegtuigwrak achter Noorddijkerweg 116. Dit perceel land is eigendom van raadslid G. van der Roest (Gemeentebelangen). Ook wordt nog gespeurd naar een bom elders op dat perceel en een bom nabij de Teding van Berkhoutweg.

Mollet tot de raad: ,,Ik uit pertinent mijn afkeuring over deze handelwijze, maar jammer genoeg is het leed al geschied, het uitstel is onherroepelijk. Laat ik duidelijk zijn, zoals een collega raadslid dat zo treffend verwoordde, de berging van de Hampden is van een geheel andere orde dan alles wat er nu bij is gekomen. Het is voor mij onaanvaardbaar dat we nu praten over een voorbereidingskrediet, terwijl we normaal gesproken vanavond het definitieve besluit hadden moeten nemen.
Ik zal mij in ieder geval hard maken voor de mogelijkheid al in januari de raad te laten beslissen om een gedeelte van deze vertraging te kunnen inlopen. Ik hoop dat dit voor Margaret Walsh nog op tijd komt.''

De raad waar Mollet het over heeft is het nieuwe bestuur van Koggenland, de gemeente die gevormd wordt door de fusie van Wester-Kogggenland en Obdam. In november zijn er verkiezingen voor die raad en Mollet doet daar met een nieuwe partij aan mee. Vooral zijn laatste uitlating leverde hem het verwijt van verkiezingsretoriek op.

Tot uitbreiding van het onderzoek is volgens Sipkes besloten op advies van Defensie. ,,Als de specialisten dan toch in onze gemeente zijn, willen zij graag op meer plekken kijken, dat was het argument. De raad is daarover geïnformeerd.''
Mollet stond alleen in zijn kritiek. PvdA'er G. Vlaar vindt dat het college zorgvuldig te werk gaat. Volgens Peters wil Mollet met de kwestie rond de bergingen 'vanuit zijn koekoeksnest politiek bedrijven'. ,,Dit keuren wij af.''

Mede gebaseerd op Noordhollands Dagblad, 13 oktober 2006