door eric molenaar
berkhout- Van drie
van de vier vliegers die in 1941 de crash van hun Hampden bommenwerper in Berkhout
niet overleefden zijn inmiddels meer achtergronden bekend. Maar piloot/navigator
James Marcus d'Arcy blijft vooralsnog een grote onbekende.
Het verhaal begon met de Ierse boordschutter John Kehoe, wiens zuster Margaret
Walsh-Kehoe in 2005 om de berging verzocht. Zij wil haar broer in Ierland in
gewijde grond herbegraven.
Burgemeester Leonie Sipkes stelde als voorwaarde voor verdere stappen dat de
familie van de Brit Stanley Mullenger, de tweede vlieger die nog in het wrak
ligt, geen bezwaar zou hebben tegen het openen van het 'veldgraf'. Die familie
was al jaren onvindbaar, maar een onderzoeksteam van het Britse blad The Sun,
dat op verzoek van deze krant werd ingeschakeld, kreeg binnen een dag de adresgegevens
van Mullengers neef Ian Sharpe boven water. Sharpe
liet tien familieleden over de hele wereld stemmen over de berging.
Na hun unanieme 'ja' besloot de Nederlandse stichting Dare, die de Ierse familie
bijstaat, de familie van de andere gesneuvelde vliegers op de hoogte brengen.
Piloot Christopher Saunders en piloot/navigator James d'Arcy zijn in 1941 begraven
op het oorlogskerkhof in Bergen. Er
werden oproepen geplaatst in Britse media.
De Britse jurist Alan Walker, wiens oom bij de RAF vloog en in 1940 sneuvelde,
bood zijn hulp aan. In juni 2006 vond hij de vrouw die met John Kehoe verloofd
was toen deze sneuvelde, Mary Irving. Later volgden de tweelingdochters van
Saunders. Zowel Mary Irving en haar dochter Sheila Hamilton als de tweeling
Jackie en Frankie en de Ierse familie woonden onlangs een herdenkingsbijeenkomst
bij op de Britse luchtmachtbasis Scampton vanwaar de Hampden was vertrokken.
Maandenlang heeft Walker geprobeerd meer informatie te krijgen over d'Arcy,
onder meer via historici uit het gebied in Wales waar d'Arcy vandaan kwam.
De enige bekende foto van de man, die 26 was toen hij zijn leven gaf, kwam kort
geleden van de nu 80-jarige Jill Wendon in Engeland. Zij is een nicht van d'Arcy,
heeft hem als 12-jarig meisje eens ontmoet en wist zich te herinneren dat hij
graag in sportauto's rondreed en door zijn familie Jimmy werd genoemd.
De summiere gegevens geven aan dat James d'Arcy zoon was van Michael Harry en
Maud d'Arcy. Vader was een rijke katoenhandelaar die een huis had in Halkyn,
Wales en in Liverpool, destijds dé katoenstad (aanvoerhaven) van Engeland.
Drie jaar na hun huwelijk werd in 1915 James geboren. Hij had twee (half)zusters,
Linda Elinore en Elsa. Die waren geboren uit een eerder huwelijk van Maud met
iemand die waarschijnlijk Maddox heette. Maud overleed in 1953, James' vader
al eerder. De familie zou het onderwerp van de dood van James altijd hebben
vermeden. ,,Misschien vonden ze het te pijnlijk'', zegt Sheila Hamilton, die
contact had met Jill Wendon. Van haar begreep ze dat de foto is gemaakt tijdens
een vakantie in Amerika, vlak voor d'Arcy zich meldde bij de RAF.
Elsa trouwde een Amerikaanse militair, met wie ze woonde in het ouderlijk huis
van James. Zij verhuisde later naar een plaats bij Liverpool en overleed in
januari 1984, op 75-jarige leeftijd. Linda Elinore, die ook met een Amerikaan
trouwde, overleed in augustus 1984 op 78-jarige leeftijd. In Canada zijn nog
achternichten van d'Arcy opgespoord, Donna Fallas en Elinor Lund. Zij toonden
zich erg belangstellend en volgen de berging op de voet via de website www.wkdankbaar.nl.
Maar ze kunnen weinig bijdragen aan een beter beeld van d'Arcy. Dat blijft dus
voorlopig nog met vraagtekens omgeven.
Bron: Noordhollands Dagblad, 17 september 2007