Jong en oud naar berging


BERKHOUT
- Er waren opvallend veel kinderen tussen de vele heren die gisteren op de eerste kijkmiddag van de berging van de bommenwerper in Berkhout afkwamen. En vrouwen. Anke Struik, die met haar dochter Charlotte kwam kijken: ,,Zoiets bijzonders in eigen dorp, daar moet je wel bij zijn.''


,,Een vastlopertje'', zegt Jos Loos uit De Goorn, als hij samen met zijn zoon Pieter een van de geborgen vliegtuigmotoren bekijkt. Beide motoren, althans de delen waar de acht cylinders op zaten, zijn zwaar gehavend. Ze zijn gistermorgen gevonden: 4,5 tot 5 meter diep.

Landingsgestel

Behalve de motoren van het vliegtuig kwam gistermorgen ook een landingsgestel uit de put, compleet met wiel. De profielloze Dunlop band is ongeveer een meter in doorsnee. Het geheel is zo groot als een mens. Maar als bergingsofficier Paul Petersen een modelletje toont van de Britse Hampden die zich hier in 1941 in de grond boorde blijkt die grote band slechts 'een wieltje' te zijn geweest.

Dat roept de vraag op waar de rest van het vliegtuig is. De cockpit, de romp, de staart, de vleugels. Veel plaatmateriaal is niet gevonden. De bergingsofficier gaat er van uit dat na de crash al veel is afgevoerd om te worden hergebruikt in de oorlogsindustrie. Direct na de oorlog hebben oudijzer-handelaren het lichtere materiaal, dat dichter bij de oppervlakte zat, meegenomen. Nu worden voornamelijk de zwaardere onderdelen gevonden, op grotere diepte.

De motoren zijn zwaar gehavend. Een aantal cylinders is los gevonden. Ze zijn ten toon gesteld op tafels, waar ook zaken als een zuurstoffles, een rantsoenblik, brandstofpeilstok en andere onderdelen te zien zijn, naast de twee gevonden boordmitrailleurs. Links staat een gevonden propeller, rechts hangt het gehavende reddingsvlot. Petersen laat zien hoe een onderdeel van het vliegtuig nog beweegt, wijst op lagers waar nog olie in zit. alles is - zuurstofloos afgesloten in de vette klei -wonderbaarlijk goed bewaard gebleven. ,,Het beweegt nog of het net uit het magazijn komt'', zegt Petersen, bijna enthousiast. Hij geeft zijn technische uitleg, terwijl jong en oud geboeid toekijkt. Er zijn bijna honderdvijftig mensen gekomen en ze staan soms vier rijen dik voor de tafels, zodat te betwijfelen valt of de achtersten wel wat zien en horen. Maar er is na de uitleg genoeg gelegenheid om nog vragen te stellen.

Skeletten

,,Zijn er ook skeletten gevonden?'', is zo'n vraag. Nee, zegt Petersen, wel deeltjes van skeletten, menselijke resten. En daar laat hij het bij. De stoffelijke overschotten van de twee boordschutters zouden zich nog in het wrak bevinden, maar details over de vondst van menselijke resten worden niet vrijgegeven. Adjudant Arnand Maringka van de Bergings- en Identificatiedienst van de landmacht kan er niet over uitweiden. ,,Tot het laatste moment kunnen we stoffelijke resten aantreffen. Het verdere onderzoek en de identificatie gebeurt in Soesterberg. Waar het ons om gaat is dat alles gevonden wordt wat er te vinden valt.''

Bommen of andere zware explosieven zijn nog niet gevonden. Mogelijk zijn ze niet aanwezig. De bergingsdienst verwacht binnen drie dagen de put te kunnen 'opschonen' en eind volgende week klaar te zijn met het graafwerk. Als alles is gezeefd en doorzocht wordt de locatie teruggebracht in originele staat. Dan verhuist het bergingsteam naar Ursem, waar resten van een zware Amerikaanse bommenwerper in de grond zouden zitten.

Daar zullen ook Jos en Pieter Loos weer opduiken. Zij zijn bovenmatig geïnteresseerd in techniek én in de Tweede Wereldoorlog. Ook Lenie Molenaar uit Avenhorn, die met haar veertienjarige dochter Shanna en haar vriendin Karina naar Berkhout kwam, wil in Ursem een kijkje nemen. Hun interesse komt van Lenies moeder en oma. ,,Die konden mooi vertellen over de oorlog.''