Staffofficier informeert zelf nabestaanden

BERKHOUT - De verantwoordelijke voor vliegtuigbergingen in
Nederland, kapitein Hans Spierings, heeft donderdag persoonlijk contact
gehad met Ian Sharpe, de neef van de in Berkhout gesneuvelde Britse vlieger
Stanley Mullenger. Van Sharpe en zijn broer hangt mede af of de bommenwerper
die in 1941 bij Berkhout neerstortte zal worden geborgen.

De zuster van de Ier John Edward Kehoe die samen met Mullenger nog
in het wrak ligt, wil haar broer herbegraven in gewijde grond in Ierland.
Burgemeester Sipkes van Wester-Koggenland stelt de berging afhankelijk van
de toestemming van de andere betrokken nabestaanden, de Britse broers
Sharpe, zoons van een zus van Mullenger. Ian Sharpe wilde een beslissing pas
met zijn broer bespreken als duidelijk was dat berging wettelijk is
toegestaan.

Spierings heeft hem nu uitgelegd hoe een en ander in Nederland
wettelijk is geregeld. Dit was hem gevraagd door de stichting Dare uit
Hoofddorp, die de Ierse nabestaanden bijstaat. ,,Normaal treden wij nooit in
contact met nabestaanden, maar deze man had duidelijk aangegeven dat hij een
official wilde spreken.'' Spierings heeft Sharpe veel sterkte gewenst met
zijn beslissing: ,,Hij is een man die redelijk diep over de dingen nadenkt.
Ik begreep van hem dat hij er vrede mee heeft zoals het nu is, maar dat hij
de wens van de familie om tot berging over te gaan respecteert.'' Volgens de
stafofficier verkeerde Sharpe ook in de veronderstelling dat na een berging
niets meer aan het ongeval zou herinneren. Hij heeft hem verteld dat het
niet ongebruikelijk is dat op de plek waar een toestel is geborgen een
gedenksteen achterblijft.

Burgemeester Sipkes heeft eerder deze week ook telefonisch met Ian
Sharpe gesproken. Zij heeft eerder met de gemeenteraad afgesproken dat als
diens antwoord positief is, een vooronderzoek zal starten naar haalbaarheid
en kosten. Afhankelijk daarvan zal het 'finale besluit' vallen. Eerder zei
ze te vrezen dat de kosten tot een miljoen euro kunnen oplopen vanwege de
moeilijke grondstructuur in Berkhout. Spierings, die eerder in
Wester-Koggenland was om advies te geven over deze berging, heeft die vrees
niet. Hij ziet overeenkomsten met een berging in Werkendam, die rond
anderhalve ton aan euro's kostte. ,,Maar dat zal een grondmechanisch
onderzoek moeten uitwijzen.''

Kosten

Volgens Spierings is er wat de kostenvergoeding betreft een 'hiaat
in de regelgeving'. In Nederland is de burgemeester verantwoordelijk voor de
beslissing of een vliegtuigwrak uit de Tweede Wereldoorlog wordt geborgen.
,,Maar Binnenlandse Zaken betaalt alleen mee, in het kader van de
explosievenregeling, als het wrak gevaar oplevert voor de openbare orde en
veiligheid, niet als het alleen gaat om een verzoek van nabestaanden. Daar
laat de overheid de gemeente in alleen, is mijn mening als militair.''

Dat wil niet zeggen dat er geen beroep op de explosievenregeling kan
worden gedaan. Binnenlandse Zaken betaalt alsnog een 'substantieel deel' van
de kosten ,,als plausibel is dat een vliegtuig nog (een deel van) de
bommenlast aan boord had. De Hampden bommenwerper die in Berkhout
neerstortte, was op de terugweg van een missie naar het Duitse Bocholt, maar
volgens Spierings is absoluut niet uitgesloten dat hij de bommen nog aan
boord had. In 1941 was het nog zo dat alleen industriële complexen in
Duitsland werden gebombardeerd. Als het wolkendek te dicht was kwam het
vaker voor dat een bemanning geen ander 'gelegenheidsdoel' koos, maar
terugkeerde zonder de bommen af te gooien. ,,En het is ook mogelijk dat het
toestel, na te zijn aangevallen, bij Berkhout nog bommen heeft laten vallen
om te kunnen ontsnappen. Ik heb in het gemeentehuis gehoord dat er binnen
een paar kilometer van de crashplaats nog twee blindgangers liggen. Die
zouden bij de berging kunnen worden meegenomen.''

Het scheiden van de slachtoffers, waar Ian Sharpe ook vragen over
had, hoeft volgens de bergingsofficier geen probleem te zijn. ,,Meestal is
aan de hand van gebitsfragmenten, kleding en dergelijke een identificatie
mogelijk. En bij de gravendienst in Bussum worden de lichamen als een puzzel
gereconstrueerd. Alleen in het uiterste geval is identificatie via DNA
nodig.''

Bron: Noordhollands Dagblad, 19 november 2005.