Burgemeester Sipkes neemt idee weg 'dat gemeente er niets aan doet'

Gesprek met diplomaten over berging

door eric molenaar

BERKHOUT - Ierse en Britse diplomatieke vertegenwoordigers hebben met burgemeester L. Sipkes van Wester-Koggenland gesproken over de mogelijke berging van de bommenwerper in Berkhout. De ontmoeting vond plaats in de Britse ambassade in Den Haag.

De Ierse ambassadesecretaris John Gilroy en een Britse defensie-attaché hadden het initiatief voor het gesprek genomen. Zij wilden graag op de hoogte worden gesteld van de voortgang van het onderzoek. Daarbij speelt mee dat vooral de familie van de nog in het wrak liggende Ier John Kehoe regelmatig in contacten met Gilroy vraagt waarom de procedure zo lang duurt.
De 86-jarige zuster van Kehoe heeft vorig jaar het verzoek tot de berging ingediend. Zij wist niet eerder waar het toestel precies ligt en wil haar broer nu alsnog in Ierland een waardig graf geven. Vooronderzoek In mei dit jaar ging het formele verzoek van de gemeente de deur uit, en begin juni was er een gesprek met bergingsofficier Hans Spierings van de luchtmacht. Die zal zodra het kan ter plekke een vooronderzoek starten. Wanneer dat kan hangt weer af van de werklast van het Explosieven Opruimings Commando, dat hem hierbij moet assisteren om de metingen naar ijzer in de grond te interpreteren en in kaart te brengen.
Zomervakantie
Spierings houdt er rekening mee dat dit pas na de zomervakantie kan gebeuren: ,,Alles wat het eerder is valt mee.'' Zodra hij heeft vastgesteld dát er een toestel ligt, en waar en hoe diep het ligt, moet een gespecialiseerd bedrijf een grondmechanisch en milieutechnisch onderzoek doen. Pas daarna ontstaat inzicht in de kosten, aldus Spierings. Volgens burgemeester Sipkes leeft in Ierland het idee 'dat de gemeente er niks aan doet'. Dat kwam ook aan de orde in het gesprek met de diplomaten. ,,Ik heb uitgelegd dat dingen nu eenmaal tijd nodig hebben, en dat begrepen ze.''
Zij gaat nog steeds uit van augustus, september voor er meer bekend is over de technische en financiële haalbaarheid van de berging. Volgens Gilroy was het gesprek informeel en passend binnen het Iers-Britse streven om nauw contact te houden met de gemeente. Hij heeft begrepen dat een eventuele berging niet voor de lente van 2007 zal zijn, mede omdat het moeilijk is dit werk in de winter uit te voeren. ,,Er is nog een hele weg te gaan. Maar we moeten een stap tegelijk nemen. In september zijn er hopelijk feiten op basis waarvan beslissingen kunnen worden genomen.'' De gemeenteraad van Wester-Koggenland moet op basis daarvan definitief beslissen of de berging doorgaat.
Hoewel het Britse beleid is een gesneuvelde bemanning na berging op één plek te begraven (behalve Kehoe ligt het stoffelijk overschot van de Brit Stanley Mullenger nog in het toestel), is volgens Gilroy al duidelijk dat in dit geval een uitzondering kan worden gemaakt. ,,Belangrijkste is dat het mogelijk zal zijn de resten van Kehoe te identificeren.''

Bron: Noordhollands Dagblad, 24 juni 2006