Legpuzzel wordt steeds completer




Ter herdenking vlogen de Red Arrows op Scampton een 'missing man formatie'. Hierbij zwenkt een van de toestellen symbolisch weg.

De ligging van Nederland betekende dat in de Tweede Wereldoorlog veel neergeschoten oorlogsvliegtuigen hier terechtkwamen. Volgens stichting DARE, die de luchtoorlog boven ons land onderzoekt, gingen meer dan 7500 vliegtuigen hierbij verloren.

Circa 1500 wrakken bevinden zich nu nog in de Nederlandse bodem (inclusief IJsselmeer), met in pakweg 400 daarvan nog stoffelijke resten.

De Nederlandse overheid heeft bepaald dat die toestellen alleen mogen worden geborgen als ze gevaar opleveren of als nabestaanden hierom verzoeken.
Dat laatste is in Berkhout het geval. Op verzoek van een zuster van de Ierse vlieger Jack Kehoe, die daar samen met de Brit Stanley Mullenger nog in het wrak van een Hampden-bommenwerper ligt, wordt deze in september geborgen.
De exacte plek werd haar pas in 2005 duidelijk. DARE heeft zich ingespannen om via contacten, internet en media andere nabestaanden op te sporen en hen te informeren.
Inmiddels zijn de tweelingdochters van piloot Chris Saunders, een achternicht van navigator James d'Arcy, een neef van Stanley Mullenger en zelfs de Britse verloofde van Kehoe achterhaald.
Een aantal is al in Berkhout geweest, waar op het weiland op de crashdatum 8 november zowel in 2005 als 2006 een herdenkingsdienst was. Ook veteranen van het 49e Squadron en vertegenwoordigers van de Britse luchtmacht waren hierbij.
In april dit jaar maakte de RAF met een Lancaster-bommenwerper als eerbetoon een 'flypast' boven de plek waar Hampden P1206 ligt.
Een hoogtepunt in de herdenking was zaterdag 19 mei in Engeland, waar betrokkenen elkaar voor het eerst ontmoetten. Op de basis Scampton, waar de bommenwerper destijds opsteeg.
De legpuzzel wordt steeds completer. Steeds duidelijker wordt hoezeer het verlies van de vaak nog jonge vader, broer, verloofde of oom op ieders leven heeft ingewerkt. Tot op de dag van vandaag.

Tekst en foto's: Eric Molenaar

Bron: Noordhollands Dagblad, 26 mei 2007