BERKHOUT - De berging van de Britse bommenwerper in Berkhout is nagenoeg afgerond. Dit is zeker een week vroeger dan verwacht. Uit onderzoek is gebleken dat er niets meer in de grond zit wat er niet hoort. Momenteel wordt de vijf meter diepe kuil, die in het land aan het Westeinde is gegraven om de wrakdelen te verwijderen, dichtgemaakt. Dat gaat in omgekeerde volgorde van het graven, om de structuur van de grond niet te veel aan te tasten.
Als bergingsofficier Paul
Petersen scholieren ontvangt op de bergingslocatie Berkhout, krijgt hij heel
wat vragen op zich afgevuurd. Zoals waarom ze naar bommen zoeken als de bommenwerper
al op de terugweg was. ,,Je ziet het malen in die koppies, er zijn slimmeriken
bij'', zegt Petersen.
De bergingsdienst moet er rekening mee houden dat er nog bommen in het ruim
zijn blijven hangen, is het antwoord. De vraag werd dinsdag gesteld, toen basisscholieren
uit Avenhorn op bezoek waren. Gisteren waren tweedeklassers van de Praktijkschool
Westfriesland te gast. Ook vandaag en morgen komen scholieren langs.
De gemeente Koggenland vindt het heel belangrijk dat het opruimen van vliegtuigwrakken
gekoppeld wordt aan onderwijs. ,,Je hebt de Tweede Wereldoorlog in je achtertuin'',
zei burgemeester Sipkes eerder. Ook minister van defensie Van Middelkoop hamerde
bij zijn bezoek op het belang van de koppeling tussen defensie in verleden en
heden in het onderwijs. Petersen: ,,Eigenlijk is er niet veel veranderd. Die
jongen die in Afghanistan is gesneuveld was ook 20.''
Een kleine drie kwartier duurt de uitleg die hij vooraf geeft in de bollenloods
van de familie Schilder. In woord en beeld en met een schaalmodel behandelt
hij in vogelvlucht hoe de Tweede Wereldoorlog kon leiden tot de berging van
nu. ,,Als je vertelt hoeveel doden er zijn gevallen zie je ze gewoon stiller
worden.''
Ook de leerlingen van de Praktijkschool, rond de 14 jaar oud, luisteren geboeid.
Af en toe komt er een vraag. Of de staalkabels aan ballonnen die de Duitsers
oplieten om de bommenwerpers dwars te zitten ook werden gebruikt om de wielen
af te snijden. En waar de vliegtuigen zijn die al zijn opgegraven. Veel indruk
maakt de uitleg dat de bovenste boordschutter de koepel van zijn cabine open
had staan om te kunnen schieten. Dat moet wel heel erg koud geweest zijn, begrijpen
de jongeren. Als ze te horen krijgen dat de vliegers daarom dikke jassen met
bontkragen droegen leggen ze direct het verband met het hedendaagse bomberjack.
Techniek
Volgens docent Karel Betsema zijn de leerlingen minder geïnteresseerd in
de politiek achter de berging. ,,Het gaat hun om het vliegtuig. Ik geeft techniek
en als je vraagt wat we zullen gaan maken is het altijd een bootje of een vliegtuig.
Dit past helemaal in hun belevingswereld. We proberen vaker dingen buiten te
doen. Laatst bezochten we nog een manege. We zijn een echte praktijkschool.''
Als ze later naar de plek gaan waar de gevonden wrakdelen zijn uitgestald begint
het te stortregenen. Ondanks de uitgereikte paraplu's is het bijna ondoenlijk
de uitleg te volgen. Die duurt dan ook niet lang. Thom Faydherbe uit Midwoud
en Colin Stam uit Hoorn hadden het geluk vooraan te staan. Ze vonden het erg
interessant. Beiden hebben van hun opa en oma al veel gehoord over de Tweede
Wereldoorlog. Thom kijkt geboeid naar de vliegtuigmotor. Hoewel hij stratenmaker
wil worden heeft techniek zijn warme belangstelling. Colin vindt het grappig
dat er nog een kruik is teruggevonden waarmee de vliegers poogden warm te blijven.
,,Maar weet je wat ik gek vind? Dat een bom na zoveel jaar nog kan ontploffen.''
Bron: Noordhollands Dagblad 27 september 2007