van onze verslaggever Eric molenaar
BERKHOUT - Tien nabestaanden van de Britse boordschutter Stanley Mullenger,
van wie een verder onderzoek naar de berging van de bommenwerper bij Berkhout
afhangt, zullen in december of januari een standpunt bepalen. Ian Sharpe, een
van de neven van Mullenger die de raadpleging coördineert, wil de meeste
stemmen laten gelden.
Sharpe is de man die is opgespoord als nabestaande van Mullenger, nadat burgemeester L. Sipkes van Wester-Koggenland had aangegeven dat de toestemming van de Britse nabestaanden cruciaal is. Inmiddels is gebleken dat Mullenger meer broers en zussen had dan alleen de moeder van Sharpe, en dat ook die zoons of dochters hadden, die nu meebeslissen over de berging. Zonder Brits jawoord komt er geen nader onderzoek naar haalbaarheid en kosten.
Om de berging is verzocht door de zuster van de Ier John Edward Kehoe, de andere vlieger die zich nog in het wrak van de bommenwerper onder het weiland in Berkhout bevindt. Diens zuster wil de wens van hun moeder uitvoeren door hem in eigen land in gewijde grond te begraven.
Ian Sharpe wilde eerst weten of de berging volgens Britse en Nederlandse wetten is toegestaan, voor hij zijn oudere broer ermee wilde confronteren. Inmiddels heeft dat gesprek plaatsgevonden: Ian Sharpe heeft de volmacht om namens zijn broer te spreken. Hij heeft inmiddels acht neven en nichten achterhaald, onder wie een in Australië. Hij wil de familieleden een brief schrijven, waarin hij de situatie kort uiteenzet 'zonder ze te beïnvloeden' en ze vraagt of ze willen dat Mullenger blijft waar hij is, of wordt verplaatst. Gisteren wachtte hij nog op een brief van de burgemeester van Wester-Koggenland. Sharpe wil graag de belangrijke informatie op schrift. ,,Alles wat ik tot nu toe heb gehoord was mondeling. We moeten de mogelijkheden weten voor we een beslissing nemen.''
Burgemeester Sipkes had verwacht dat de brief er al zou zijn, omdat hij vorige week al is verstuurd. Zij was gistermiddag juist van plan over de inhoud contact op te nemen met de Brit. In de brief die zij heeft gestuurd staat informatie over de wettelijke gronden op basis waarvan een oorlogsvliegtuig kan worden geborgen of als 'veldgraf' kan blijven liggen. Ook had zij enkele foto's van het monument op het weiland ingesloten. Belangrijk onderdeel van de brief is artikel 34 uit het Verdrag van Genève, waarin staat dat met respect moet worden omgegaan met de resten van gesneuvelden en de plekken waar zij begraven liggen. Opgraving mag alleen als sprake is van algemeen belang, of op verzoek van de naaste familieleden.
Bron: Noord-Hollands dagblad,
29 november 2005