Op zoek naar bom in Berkhout en B-24 in Ursem

door eric molenaar

BERKHOUT - Gemeente-ambtenaar Jack Sjerps is op 29 augustus samen met Berkhouter Dirk de Haas in weiland naast de Teding van Berkhoutweg op zoek gegaan naar de plek waar een onontplofte vliegtuigbom moet liggen.

De gemeente zoekt ook naar details van de crash van een B-24 Liberator bommenwerper in de polder Ursem. Reden is dat Wester-Koggenland in één keer alle oorlogstuig wil wegwerken waarvan bekend is dat het in de bodem moet liggen.

 

Vorige week werd bij het Westeinde in Berkhout al door de Explosieven Opruimingsdienst van de Luchtmacht vastgesteld waar de Hampden bommenwerper moet liggen die de aanleiding vormt voor de voorbereiding van een berging.

Bij die gelegenheid kon niet naar de vliegtuigbom worden gezocht, die elders in Berkhout op 22 april 1945 onontploft in de bodem zou zijn geslagen. De bom zou onder de Teding van Berkhoutweg liggen. Omdat die weg op ijzerhoudende slakken is gefundeerd hebben de metingen naar ijzer in de grond hier geen zin. De getuigenis van Dirk de Haas geeft echter aan dat de bom enkele tientallen meters naar het oosten onder het weiland moet liggen. Hij stond destijds als 16-jarige jongen achter zijn ouderlijk huis en zag drie bommen vallen. Een ontplofte bij de boerderij van Bisschop (een dode), de ander sloeg in de buurt daarvan een krater 'waar een stolpboerderij ondersteboven in paste' en de derde ontplofte niet. De Haas heeft later in de walkant van een kikkerslootje het gat gezien dat de bom had geslagen. Dat kikkerslootje is bij de ruilverkaveling in de jaren tachtig gedempt, maar De Haas kon de plek redelijk nauwkeurig aanwijzen. De gemeente gaat nu in samenwerking met de bergingsofficier van de luchtmacht bepalen waar de EOD alsnog mag gaan zoeken.

Ondertussen worden steeds meer details bekend van de B-24 bommenwerper waarvan de EOD in de polder Ursem op twee plekken delen zou hebben gevonden.

Officiële documenten geven aan dat de Amerikaanse bommenwerper die op 29 juni 1944 neerstortte bij Ursem op de terugweg was van een missie in Duitsland.

Hiernaast een beeld van een crashende B24 op een andere plek.

De B-24 die in ursem neerkwam was bij een aanval op Oscherleben nabij Berlijn in een motor geraakt door luchtafweergeschut en slaagde er niet in de Britse thuisbasis te bereiken. Dit blijkt uit onderzoek door Hans Nauta van de Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945.

Het onderzoek is gebaseerd op officiële documenten zoals het Missing Air Crew Report (MACR), waarin alle gegevens van Amerikaanse bemanningen zijn vastgelegd.
In het rapport van Nauta staat dat alle tien bemanningsleden het hebben overleefd en krijgsgevangen zijn gemaakt nadat ze het toestel per parachute hadden verlaten.

Ooggetuigen melden echter dat er negen parachutisten uit het toestel zijn gekomen, en dat de piloot dood uit het toestel is gehaald. Volgens Jan Pater, die toen 12 jaar was en in Spierdijk op school zat, heeft het toestel zich bovendien niet in de grond geboord.
Cees Hoogervorst, een onderduiker die destijds getuige was van het neerstorten, beschrijft de crash in een dagboek, dat ook op internet is gezet (www.vanderlee.tk). Hij is inmiddels 83 en woont in Den Haag. Ze mochten er als onderduiker niet heen gaan omdat er veel Duitse soldaten op af waren gekomen, dus hij weet niet precies hoe het toestel op of in de grond lag, maar meent zich stellig te kunnen herinneren dat de toestellen richting leeuwarden vlogen. Dit toestel werd geraakt, is omgedraaid en neergestort.

Als het toestel inderdaad nog naar Duitsland moest is de kans groot dat er bommen onder de grond liggen. Was het op de terugweg, dan mag niet worden uitgesloten dat er nog bommen of andere zware boordmunitie aan boord is.

Veehouder en gemeenteraadslid G. van der Roest uit Ursem is 'niet helemaal gelukkig' met een eventuele berging van de B-24 bommenwerper die onder zijn weiland ligt. Hij vreest schade te lijden door vernieling van de grondstructuur, waardoor het perceel als bollenland veel minder waard wordt.

Bron: verschillende artikelen in het Noordhollands Dagblad, augustus 2006