Oud-ijzerhandelaar staakte poging toestel te bergen


van onze verslaggever Eric molenaar


BERKHOUT - Na de oorlog is geprobeerd zo veel mogelijk aluminium en andere metalen van de neergestorte bommenwerper uit de grond bij het Westeinde te halen. Volgens Dick Schilder, een van de huidige landeigenaren, gebeurde dit in de jaren vijftig door het Hoornse bedrijf Beuving. De ijzerhandelaren kwamen niet erg diep omdat het grondwater vrij hoog staat.

De stichting Dare heeft de crashplaats bij het Westeinde onderzocht met speciale apparatuur. Voorzitter Jan Uithol: ,,Er is daar een compacte massa van tien bij vijftien meter, dus het toestel is niet al in de lucht in stukken gebroken. We hebben een proefgat gegraven waarbij we al direct op metaaldelen kwamen. Op 1.20 meter troffen we ook stoffelijke resten aan. Daarna hebben we direct het gat afgesloten en de gemeente gewaarschuwd.''

Dick Schilder heeft begin jaren tachtig ook aan de oppervlakte stoffelijke resten gevonden, waaronder een stuk ruggengraat en een stuk kaak. Hij heeft deze lichaamsdelen herbegraven in de buurt van het kruis dat in 1983 langs de kant van de toenmalige sloot is geplaatst ter herdenking van de hier nog liggende vliegers. Jan Uithol vermoedt dat het hier gaat om in het land achtergebleven stoffelijke resten van de piloot of de navigator, die nu in Bergen begraven zijn.

Bron: Noordhollands dagblad, 31 december 2005