Het is tijd John Kehoe uit de Hollandse klei te halen

Reportage (Volkskrant 16 maart 2007)

Het bergen van een vliegtuigwrak uit de Tweede wereldoorlog is voor de betrokkenen nog altijd een gevoelige zaak.

van onze verslaggever Marcel van Lieshout


AMSTERDAM - De stoffelijke resten van boordschutter John Kehoe liggen al 65 jaar in een vliegtuigwrak in een weiland in Berkhout (Noord-Holland), enkele meters onder de grond. Maar zijn grafsteen staat in het lerse Tullamore. John moet nu maar eens weg uit dat 'aardappelveld' , vindt zijn zus , Margareth. In Tullamore wacht gewijde grond.

Als het ligt aan de gemeente Koggenland, waar Berkhout onder valt, wordt de wens van Margaret Walsh-Kehoe (87) nog dit jaar vervuld. Die maakte donderdag bekend twee vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog te willen bergen. De raad beslist daarover op 23 april. Met de berging van een Britse Hampden Mk 1 en een Amerikaanse B24H Liberator (bij Ursem) is bijna een miljoen euro gemoeid.

De berging van vliegtuigwrakken en bemanningsleden is een gevoelig onderwerp, zei oud-minister van Defensie Kamp al in 2005. Zo ook nu. 'Gemeenten staan niet te trappelen. Het kost alleen maar geld', zegt secretaris Eduard IJsbrandij van de stichting Dare, die heeft geijverd voor de berging van de Hampden. John Kehoe was een van de vier bemanningsleden van dat toestel, dat op 8 november 1941 na een luchtgevecht neerstortte.

IJsbrandij: 'Het is dat we zijn zus hebben opgespoord. Haar laatste wens is dat John naar het familiegraf in lerland wordt overbracht. je moet als gemeente wel erg gevoelloos zijn als je daaraan voorbij gaat. Koggenland wilde eerst niks.'
Defensie schat dat er tweeduizend wrakken uit de Tweede Wereldoorlog in Nederlandse grond of wateren liggen. In ongeveer vierhonderd gevallen is er sprake van stoffelijke resten. Als de locaties bekend zijn, beschouwt Defensie ze als oorlogsgraven. Vaak zijn die plekken door de gemeente met een gedenkteken gemarkeerd.

Een verzoek tot berging mondt regelmatig uit in een oorlogje tussen een gemeente en particulieren, zegt secretaris IJsbrandij. Zijn organisatie is een van de vele particuliere clubs die wrakken probeert op te sporen. IJsbrandij herinnert zich hoe de gemeente Werkendam drie jaar geleden. weinig voelde voor de berging van een Halifax met vijf stoffelijke overschotten. Onder publieke druk, bijvoorbeeld van oud-verzetsstrijders, bezwijken gemeenten wel, zegt IJsbrandij. 'Als familie een officieel verzoek jndient kun je haast niet weigeren. Hoewel sommige gemeenten dan nog met de Conventie van Geneve schermen. Dat je gevallenen met rust moet laten, dat het om erkende veldgraven gaat. Het ligt allemaal heel gevoelig.'
En bergingen kosten geld. 'We hopen op een bijdrage van ruim vier ton van het rijk', zegt een woordvoerster van de gemeente Koggenland. De bijdrage is afhankelijk van de vraag hoeveel bergingen een speciale dienst van de Luchtmacht dit jaar nog meer heeft te verrichten.
De lerse vrijwilliger John Kehoe was 20 jaar toen zijn Hampden uit de lucht werd geschoten. Het wrak ligt verborgen in het land van tulpenkweker Dick Schilder. Op zijn land staat een gedenkteken. 'Door toeval kwam ik in contact met de stichting Dare. Die heeft de zus opgespoord. Zo is het balletje gaan rollen.'
Bredanaar Raoul de Zwart werkt aan een documentaire over vliegtuigbergingen, Memories in mud getiteld. Ook het wrak in Berkhout komt daarin voor. De Zwart: 'Zo'n berging betekent voor nabestaanden heel veel. je graaft de herinnering op en je begraaft ze weer.'

Bron: Volkskrant, 16 maart 2007